Mijn naam is Olivia Janssens, ik ben 33 jaar en mama van drie kindjes. Mijn eetstoornis is begonnen in mijn vroege kindertijd en uitte zich toen vooral in overeten. Ik at mijn gevoelens en onrust weg. Waarschijnlijk kon je al spreken van eetbuien, maar als jong kind lijkt het voor de buitenwereld vooral dat je een goede eetlust hebt.
Toen ik zeven jaar was, kreeg ik de diagnose van ADHD. Hoewel dit destijds best een duidelijke diagnose was, gebeurde er door mijn omgeving weinig tot niets mee. Ik heb trouwens lang nooit echt geweten of beseft dat ik ADHD had. Ik begreep wel dat ik allerlei onderzoeken en testjes moest laten doen, maar ik dacht eerder dat deze te maken hadden met mijn rekenproblemen. Doordat mijn ouders me dit later verteld hebben, weet ik dat de dokter me medicatie had voorgeschreven, maar dit zorgde voor onenigheid tussen mijn ouders (die op dat moment enkele jaren gescheiden waren). Mijn papa wou niet dat ik als jong kind zou opstarten met medicatie en mama wou liever de aanbeveling van de de dokter volgen. Enfin, ik weet niet goed of ik ooit opgestart ben met Rilatine, maar als het zo zou zijn, dan was het maar heel kort. Verder werd er nooit meer echt over de diagnose gepraat. Het leek alsof deze er nooit geweest was. Ik twijfel zelfs of mijn ouders wel goed begrepen hadden dat de diagnose van ADHD effectief gesteld was. Nuja, iets met oude koeien en een gracht. Ik spreek ook over 25 jaar geleden en twee ouders die toen onderling nog volop in ruzie waren met elkaar. Verder is het belangrijk dit alles te plaatsen in de tijd van toen. Er was nog veel minder over eetstoornissen geweten, laat staan over een eventuele link tussen ADHD en eetstoornissen.
Dan springen we even verder naar mijn vroege tienerjaren waarin ik frequent de opmerking kreeg dat ik ‘hyperactief’ was. Dat ‘hyperactief’ was waarschijnlijk een combinatie van de ADHD en mijn extreme onzekerheid op die leeftijd. Ik was nogal een awkward tienermeisje dat niet altijd wist hoe ik me moest gedragen. Ik herinner me enorm goed hoe extreem onzeker en bang ik me op deze leeftijd voelde. Verder begreep ik de opmerking die ik kreeg niet altijd goed. Ik wist vooral hoe ik me vanbinnen voelde. Het deed me beseffen dat ik blijkbaar anders overkwam dan de rest. En dat soort anders vond ik niet fijn.
Mijn eetstoornis profiteerde enorm van mijn onzekere tienergevoelens. Tienerjaren zijn een kweekbodem voor de ontwikkeling van eetstoornissen als je ‘t mij vraagt. De eetstoornis veranderde hier naar enorm restrictieve gedragingen en overmatig sporten. Naarmate mijn gewicht daalde, voelde ik me steeds beter en meer in controle. Een vals gevoel van zekerheid dus. Want vanbinnen voelde ik me nog steeds even onzeker, ik had enkel 1 aspectje onder controle. Maar die controle voelde goed en die kon ik tonen aan de buitenkant. Tot ik controle begon te verliezen. De eetbuien kwamen terug. De chaos, onrust en pijn die ik vanbinnen voelde kon niet langer onderdrukt worden door mijn restrictieve gedrag. Ik had meer nodig. Ik moest kunnen ‘zakken’ in mijn gevoelens. De onrust moest verdoofd worden. Ik wilde verdoofd zijn en vrij van alle prikkels en nare gedachten. Ik ontwikkelde in deze periode boulimia en dit gaf me dan opnieuw weer het valse gevoel van controle.
Doorheen de jaren hierna schommelde mijn eetstoornis. Ze was altijd aanwezig, maar af en toe kon ik haar soms even naar achter duwen. Op die momenten leek het alsof ik haar verslaan had, maar ze bleef steeds dicht achter me lopen met een voor mij onzichtbare greep op me. Op moeilijke en stressvolle momenten in mijn leven leunde ik terug op haar. Ik had haar hand nodig om me te verlossen van alle pijn en chaos in mijn hoofd.
Eten werkt(e) als een verdoving voor me. Ik weet dat de pijn, chaos en onrust er zijn, maar ze kunnen me even niet raken. Het zorgt voor een korte ‘high’. De wereld rondom mij valt weg en ik kan even op adem komen.
Ik heb eigenlijk nooit hulp gezocht voor mijn eetstoornis tot een kleine 2 jaar geleden. Alles wat ik de voorbije 30 jaar heb beleefd, alle gevoelens die ik 30 jaar lang onderdrukt heb, kwamen met een knal recht in mijn gezicht. De eetstoornis geeft je het gevoel dat je dingen aanpakt, maar de echte problemen die worden gewoon dieper naar onder gedrukt. Ik heb toen ook voor de eerste keer begrepen dat ik écht een eetstoornis heb. Ik dacht al die jaren dat het iets was dat ik zelf onder controle moest hebben en dat het gebrek aan kracht was van mezelf. Nu weet ik heel goed dat het een vuil en ziek beestje is, eentje dat zich voedt met je onzekerheden, als een vieze teek.
Vorig jaar kwam de ADHD diagnose terug van onder het stof. Dit kwam vooral door gesprekken met mijn psychiater en later ook Lotte. Zij hebben me de link tussen mijn eetstoornis en ADHD doen inzien en begrijpen. Dit verklaart voor mij waarom ik zo vaak rust vond in eten en waarom dit zich telkens opnieuw voordeed. Ik leerde begrijpen dat het geen zwakte is van mezelf, maar een gevolg van de aanwezigheid van mijn eetstoornis in combinatie met mijn ADHD. Doordat ik dit besef, leer ik ook milder zijn voor mezelf.
Als laatste wil ik vooral nog zeggen hoe belangrijk het is dat je weet dat herstel tijd nodig heeft. Het is ploeteren en zoeken, vallen en opstaan, nog meer vallen en weer eens opstaan. Soms lijkt het alsof je geen stap verder geraakt, toch zeg ik je: blijven geloven. Hoe donker het ook is of lijkt. Boven de wolken schijnt altijd de zon. Ik beloof het je.
Liefs,
Olivia
Comments