Mijn naam is Laura en ik ben 22 jaar. Ik ben net afgestudeerd als verpleegkundige. In mijn vrije tijd doe ik aan paardrijden, schrijf ik graag en ga ik graag wandelen.
Faalangst is een vorm van angst die je voelt wanneer je ‘moet’ presteren maar ook de angst om een bepaald doel niet te halen. En kan voorkomen is allerlei situaties en omgevingen. Het is een veelvoorkomend onderwerp en struggle voor velen.
Voor mij komt dit voor bij bijvoorbeeld school. Waar de meeste meteen aan denken als er gepraat wordt over faalangst. Maar faalangst is niet enkel school of werk. Faalangst kan voorkomen op school, het werk, in je sociale relaties, naar je hulpverleners toe, naar je familie of gezin, naar jezelf,…
Zelf ervaar ik faalangst al vanaf ik erg klein was. Ik ben altijd al een angstig, onzeker en meer teruggehouden persoon geweest die prestatie en mezelf bewijzen voor anderen én mezelf belangrijk vond. Faalangst op vlak van school betekende voor mij bijvoorbeeld excessief zweten bij het moeten geven van prestaties en daarbij op automatische piloot praten en daarna niet weten wat ik gezegd had. Of het niet durven je hand opsteken omdat je bang bent iets verkeerd te zeggen. Of de grote paniek die ik voelde en nog steeds voel bij toetsen of examens. De angst voor het falen zorgde ervoor dat perfectionisme ook een belangrijke impact had en nog steeds heeft op de faalangst die ik ervaar in het dagelijks leven.
Om een voorbeeld van nu te geven zijn de stages tijdens mijn verpleegkundige opleiding een bron van faalangst maar ook van perfectionisme. Deze twee hangen enorm hard samen. Stages zijn verbonden met verwachtingen van zowel school als van de stageplek zelf. Ze zeggen welke doelen je bent verwacht te behalen op het einde anders is de slaagkans laag.
Ik leg mezelf sowieso al hoge verwachtingen op en heb altijd al enorme verwachtingen van mijn omgeving gehad. Nu kwam er dan ook nog eens de verwachtingen van school en de stageplek bij.
Door faalangst, stress en andere stressoren ervaar ik enorm vaak lichamelijke klachten zoals maaglast, hoofdpijn, buikpijn, nausea, prikkelbaarheid, hyperventilatie, hartkloppingen… Wat er dan op zijn beurt voor zorgt dat het hongergevoel ook onderdrukt wordt en de eetstoornis daar heel snel gebruik van maakt. Niet enkel het onderdrukken van het hongergevoel is een factor voor mijn eetstoornis om mij om haar vinger te draaien maar ook de angst voor het maken van fouten, het teleurstellen van dierbaren hebben een grote impact. Fouten maken is volgens de eetstoornis een reden om haar te moeten volgen en ernaar te luisteren. Het vind allerlei kleine redenen om de faalangst en het perfectionisme te gebruiken als excuus om zichzelf in stand te houden.
Faalangst zorgt er bij mij ook deels voor dat ik sociale situaties vermijd. Het is zeker niet de enige reden in mijn geval maar het heeft er wel invloed op. ik wil anderen niet teleurstellen, gekke dingen zeggen,… maar ook de angst om niet geaccepteerd te worden is hier onderdeel van.
Alleen hoeft faalangst je leven niet over te nemen. De plek waar ik mijn faalangst al een beetje beter kan relativeren, kan opzij zetten is bij de paarden. Vroeger waren de wedstrijden die ik reed ook een factor voor zelfwaarde en was de faalangst erg aanwezig. Wanneer het paardrijden niet goed ging voelde ik mij een mislukkeling, gefaald, een slechte ruiter, een slechte eigenaar. Het maakte dat ik de sport absoluut niet graag meer deed. Toen ik besefte dat faalangst ervoor zorgde dat ik de hobby die mijn steun en toeverlaat was, niet graag meer deed wou ik dat er iets veranderde. Ik ben het rijden niet meer gaan zien als een prestatie, wedstrijden werden ‘trainingsrondjes’. Ik probeerde liever te zijn naar mezelf wanneer het even niet lukte. Paarden zijn een perfecte spiegel. Als ik gefrustreerd was, waren zij gefrustreerd. Was ik boos, dan waren ze zelf gespannen. Zo besefte ik nog meer dat er iets moest veranderen.
Enkele tips dat mij hielpen om mezelf uit een situatie met faalangst te helpen en die ik zelf probeer toe te passen. En ik zeg niet dat het mij altijd lukt om ze toe te passen maar ze helpen wel.
Fouten maken mag. Noem ze ook geen fouten maar leermomenten. Zeg ook niet werkpunten of ‘volgende keer beter’. Dat helpt niet en legt onrechtstreeks opnieuw een grote druk om het een volgende keer beter te doen dan de vorige keer. Het is oke om een volgende keer eenzelfde ‘fout’ te maken of het zelfs minder goed te doen. Dat is oke. Van elke situatie leer je iets. Neem die leermomenten mee naar een volgende situatie.
Onderschat jezelf niet. Je kan veel meer dan je denkt en je faalangst zorgt er vaak juist voor dat je nieuwe uitdagingen niet aangaat terwijl je het wel zou kunnen. Probeer, als je probeert leer je. Het hoeft dan niet goed te zijn. Je kan vaak meer dan je denkt.
Bij situaties waarvan je weet dat ze je faalangst geven of perfectionisme sterker maakt, probeer dan voldoende rustmomenten in te plannen met dingen waarvan je weet dat ze je goed doen voelen en ontspanning brengen.
Slaap voldoende! Tijdens de nacht verwerk je veel prikkels. Een goede nachtrust is dus belangrijk om spanningen van die dag te verwerken. Een vermoeid persoon bouwt sneller spanningen op.
Comments